Anne van de Beek over autisme, migraine en onzichtbaarheid
Met dank aan Eline Pollaert voor de transcriptie. Beluister aflevering 5 hier
Inhoud
Vooraf
Introductie
Mededelingen
Vaste rubriek: #DokterDrama en #GoedzoDokter
Interview met Anne van de Beek: Inleiding
Interview met Anne van de Beek: Autisme
Interview met Anne van de Beek: Migraine
Interview met Anne van de Beek: Psychosomatisch?
Interview met Anne van de Beek: Person first of identity first?
Interview met Anne van de Beek: Beeldvorming over autisme
Interview met Anne van de Beek: Dokterservaringen en misverstanden
Interview met Anne van de Beek: Afsluiting
Outro
Vooraf
Tamar: Voordat we beginnen ga ik je om geld vragen. Ik maak deze podcast voor de lol en om de wereld te verbeteren. Tot nu toe betaal ik de kosten uit eigen zak, maar het begint een beetje duur te worden. Microfoons, Soundcloud abonnement, montage software…
Om het haalbaar te houden heb ik dus sponsors nodig. Wil jij vrijblijvend per aflevering €3, €5, €510 of meer doneren? Ga dan naar https://www.patreon.com/ziekdepodcast. Als dank noem ik bijvoorbeeld je naam in de podcast of krijg je een achter de schermen filmpje van the making of te zien. In de toekomst komen er ook T-shirts of stickers beschikbaar met de tekst “Ik ben een zieke feminist” erop. Ik ben je eeuwig dankbaar!
Dank aan Damn Honey: de podcast dat ik dit format van jullie mocht jatten.
Introductie
Tamar: Lieve allemaal, welkom allemaal bij alweer de vierde aflevering van Ziek: de podcast. Ik ben Tamar Doorduin en sinds ik anderhalf jaar geleden ziek werd snap ik de wereld niet meer. Dokters die mij vermanend toespreken als ik dingen op internet opzoek, de rolstoel waarop ik alweer een jaar aan het wachten ben, mensen die vinden dat ik alleen maar positief mag zijn en die denken dat ik vanzelf wel beter word als ik glutenvrij ga eten. De wereld blijkt vreemd in elkaar te zitten als je de norm van gezondheid overschrijdt en het waagt om een lijf te hebben dat het niet doet zoals het hoort.
In deze podcast praat ik met andere zieke en gehandicapte mensen om weer chocola te maken van de wereld. In het eerste seizoen, De Dokter, gaan die gesprekken vooral over de medische kant van de zaak. In aflevering 1 vertelde ik mijn eigen verhaal en leg ik uit wat validisme, racisme en seksisme met elkaar te maken hebben. In aflevering 2 en 3 ging het onder andere over medisch seksisme en medisch racisme. Aflevering 4 was een bijzondere aflevering waarin ik verslag uitbracht van de Women’s March, een aflevering die veel luisteraars tot tranen toe heeft ontroerd – een aanrader dus! In deze vijfde aflevering spreek ik met Anne van de Beek over onder andere de bizarre manier waarop haar chronische migraine werd gebagatelliseerd en gepsychologiseerd.
Mededelingen
Tamar: Eerst is het tijd voor nog wat andere dingen. Ten eerste een nieuwtje: ik ben uitgenodigd om in het panel te zitten van een discussie over intersectioneel feminisme georganiseerd door VegaNora. VegaNora is een veganistische lunchroom met een politiek café dat Nora Blokhuis aan het opzetten is. De lunchroom bestaat nog niet, maar deze discussie waarvoor ik uitgenodigd ben is de opening van het politiek café. Ik heb de eer om met Zaïre Krieger en Dunya Yari in gesprek te gaan over wat intersectioneel feminisme voor ons betekent. Het is op zaterdag 18 mei vanaf 13:30 in Utrecht, in theaterhuis de Berenkuil op de Biltstraat. Zie de shownotes voor meer informatie.
Verder heb je als het goed is gehoord dat onze Patreon in de lucht is en dat je als je wilt en er ook het geld voor hebt kunt gaan doneren voor deze show. Wat ook leuk is: meerdere luisteraars vertelden dat ze de leus ”Ik ben een zieke feminist” zó leuk vinden dat ze er wel een T-shirt of een sticker van willen hebben. Ik ben daarom met Annika van @appleshampooart in gesprek gegaan en zij wil zoiets wel gaan ontwerpen. Het kan eventjes duren, maar we’ll keep you posted.
In de tussentijd heb ik zelf alvast een andere sticker in elkaar geknutseld die ik al heel erg lang in mijn hoofd had. Die zet ik ook onder het mom van Ziek: de podcast online. Het is een sticker voor parttime rolstoelgebruikers die het zat zijn dat mensen grapjes maken à la “Het is een wonder!” zodra ze uit hun rolstoel opstaan. Op de sticker staat daarom “It’s a miracle!” met daaronder in kleine letters “… How ignorant you are about disabilities. Yes, I can walk and yes, I need my wheelchair. #AmbulatoryWheelchairUsersExist”. Deze stickers kun je nu al voor een paar euro in verschillende formaten bestellen – zie de link in de shownotes.
Vaste rubriek: #DokterDrama en #GoedzoDokter
Tamar: Dan is het nu tijd voor de vaste rubrieken Dokter Drama en Goedzo Dokter! Aflevering 3 was de primeur van deze rubrieken waarin luisteraars hun zegje doen over fijne en niet zo fijne dokterservaringen.
Daarover moet ik eerst nog even wat kwijt. In aflevering 3 vertelde luisteraar Isadora in Goedzo Dokter dat ze door haar ex-vriendje in was gaan zien dat artsen niet allemaal boemannen zijn die ons patiënten het leven zuur willen maken. Ze sloot haar verhaal af met de opmerking dat elke arts het goed bedoelt. Ik voegde daar aan toe dat het probleem niet bij individuele artsen ligt, maar bij het systeem. Daar kreeg ik van een aantal luisteraars reacties op. Zo schreef Annika Mell: “Oef, dat vind ik wel iets te makkelijk de verantwoordelijkheid de verantwoordelijkheid wegnemen bij de artsen hoor. Zij creëren zelf het systeem waar ze in werken.” Ik heb daar even goed over nagedacht en ik vind dat Annika helemaal gelijk heeft. Ik wil dit graag even rechtzetten. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat artsen onder druk staan en blootgesteld worden aan een ongelooflijke macho cultuur, maar dat ontslaat hen niet van de verantwoordelijkheid om op een ethische manier met hun patiënten om te gaan. Bovendien kunnen ze er ook voor kiezen om te proberen hun werkcultuur actief te veranderen. Dankjewel dus, lieve luisteraars, voor deze nuance.
Dan is het nu tijd voor Dokter Drama én Goedzo Dokter tegelijk. Beiden zijn ingesproken door Martine. Zij is een vrouw met autisme.
Martine: Ik zag jouw oproepje voor de volgende podcast en ik heb wel een lelijk verhaal over mijn vorige huisarts. Ik was bij mijn vorige huisarts om voor de eerste keer een Mirena spiraal[1] te laten plaatsen. Ik was daar vrij nerveus over omdat mijn lichaam niet standaard is. Ik heb namelijk onder andere een verhoogde spierspanning en was dus bezorgd dat het inbrengen van de spiraal daardoor misschien lastiger zou gaan dan gemiddeld. Toen ik dat wilde bespreken met de huisarts reageerde ze daar heel afwijzend op en zei ze dingen als: “Als je het hier niet vertrouwt dan ga je toch lekker naar het ziekenhuis en betaal je het lekker zelf, net alsof ze het daar in het ziekenhuis wel kunnen.” Uhhh…? Dat hielp natuurlijk niet erg om me op mijn gemak te stellen. De kans op succes lijkt mij groter wanneer je me een beetje ontspannen weet te houden. Maar goed, ik dacht: we gaan het gewoon proberen, als het niet lukt kan ik altijd nog naar het ziekenhuis. Alles wat mis kon gaan ging natuurlijk mis. Er was van te voren niet doorgegeven dat ik de pijnstilling al had moeten slikken, dus die was nog helemaal niet goed ingewerkt omdat dat bij mij ook altijd langer duurt dan gemiddeld. Ik verging dus zo ongeveer van de pijn. Op het moment suprême dat ik met mijn benen wijd lag en de huisarts voor de zoveelste keer de spiraal er probeerde in te krijgen ging ineens de deur open. Toen zei de huisarts: “Oh ja, dit is Joost de coassistent, die kijkt even mee. Dat vind je vast niet erg hè?” Ik begrijp natuurlijk dat een coassistent het vak moet leren, maar ik had deze meneer zo graag van te voren even een hand willen geven en in de ogen gekeken terwijl ik al mijn kleren nog aan had, in plaats van dat hij zo maar binnen kwam stormen. Om een lang verhaal kort te maken: dit was een traumatische ervaring. Ik ging zelfs een paar keer out van de pijn en uiteindelijk ben ik zonder spiraal weg gegaan, maar wel met een rekening. Na lang Googlen ben ik uiteindelijk terecht gekomen bij de Vrouwenkliniek in Amsterdam. Dat is een plek die ik iedereen kan aanraden. De mensen daar zijn zo ontspannen, lief en rustig. Ze nemen de tijd om alles goed uit te leggen tot je het echt helemaal snapt. Ze doen niks zonder van te voren te vertellen wat ze gaan doen. Het is echt een oase van rust en kalmte. Iedereen is lief, je krijgt kopjes thee, leuke tijdschriften, rustige muziek, alles wat je nodig hebt zodat je kunt ontspannen. Dat was precies wat ik zo ontzettend had gemist bij mijn vorige huisarts. Dat is dus mijn tip voor alle luisteraars van deze podcast: de Vrouwenkliniek in Amsterdam.
Tamar: Bedankt voor deze tip Martine, wat een rotervaring heb jij gehad bij je vorige huisarts. Sowieso vind ik dit een superbelangrijk thema: hoe artsen omgaan met intimiteit, trauma en hoe ontzettend kwetsbaar het is om met je benen wijd op een onderzoeksstoel te liggen. Ik hoop daar ooit nog wat meer aandacht aan te kunnen besteden.
Interview met Anne van de Beek: Inleiding
Tamar: Dan is het nu tijd voor het interview met Anne van de Beek. Anne is tekstschrijver en fotograaf. Ze is 30 jaar en woont in Utrecht, waar ze woont met begeleiding. Misschien kennen jullie haar al lang van Twitter, waar ze actief is onder de handle @AtypistAnne. Anne vertelt in dit interview over de twee diagnoses die ze met veel moeite heeft verkregen, over het hebben van onzichtbare beperkingen en over hoofdpijn die niet zo maar hoofdpijn is.
Dit interview met Anne is het eerste interview dat ik opnam voor deze podcast. Ik maakte wat beginnersfouten. Zo duurde het interview ongelooflijk lang – sorry Anne, dat ik je zo lang aan de praat heb gehouden. Hierdoor heb ik wat stukken moeten inkorten omwille van de montage. Er volgt nog een bonusaflevering met extra materiaal. Bovendien ging er iets mis met het geluidsbestand. De geluidskwaliteit is vanaf de tweede helft van het interview daarom niet om over naar huis te schrijven. Verder is dit interview zoals gezegd al wat ouder en zijn er in de tussentijd wat ontwikkelingen geweest waar ik jullie over zal invullen. Veel luisterplezier!
Interview met Anne van de Beek: Autisme
[Voice over Tamar]: Het begon waarschijnlijk al veel eerder, maar in zekere zin begon het allemaal in Annes examenjaar van de middelbare school. Ze voelde zich niet op haar gemak en het vooruitzicht van op kamers te moeten en zelfstandig te worden…
Anne: … Dat vond ik eigenlijk zo eng dat ik er over nadacht om mijn examens expres niet te halen. Dat was natuurlijk niks voor mij, dus ik heb het uiteindelijk wel gehaald. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om het niet te halen omdat ik dan zo veel mensen teleur zou stellen.
[Voice over Tamar]: Ze ging in therapie. Eerst bij een psycholoog in de buurt, daarna bij een studentenpsycholoog. Maar echt tot de kern van de zaak kwamen ze niet.
Anne: Ik kwam meer bij die psycholoog voor sociale angst en somberheid, maar de behandeling daarvoor werkte niet echt.
[Voice over Tamar]: Ze had veel last van overprikkeling.
Anne: Ik zorgde ervoor dat ik in het weekend al het huiswerk voor de rest van de week had gemaakt. Als er tussendoor dingen bij kwamen had ik het gewoon niet af, dat was teveel. Zodra ik thuis kwam verdween ik achter de computer om dingen te doen die me geen energie kostten.
[Voice over Tamar]: Anne deed haar examen. Ze slaagde en daarna deed ze het: ze ging op kamers.
Anne: Ik heb in best wel wat huizen gewoond. Toen ik nog bij mijn ouders woonde heb ik behoorlijk wat gehospiteerd, maar ik val gewoon niet op in een grote groep mensen. Omdat ik een beetje stil ben werd ik niet uitgekozen, dus ik had geen kamer op het moment dat ik begon met studeren. Toen heb ik een tijdje bij mijn oom en tante mogen logeren. Daarna heb ik één of twee maanden in een huis gewoond met 8 huisgenoten, dat hield ik niet lang vol. Ik sloot me op in mijn kamer omdat ik geen zin had om mensen op de gang tegen te komen. Ik had een kamer op zolder, dus het was redelijk makkelijk om daar verborgen te blijven. Toen had ik mijn diagnose nog niet.
[Voice over Tamar]: Dit kabbelde een tijdje voort. Anne studeerde, ze sloot zich op in haar kamer en ze was nog steeds in therapie. Op een dag besprak ze met haar psycholoog dat het niet meer ging. De therapie sloot niet aan, er was meer aan de hand.
Anne: Op een gegeven moment belde ik mijn moeder. Een vriend van me had op de middelbare school al de diagnose gekregen. Ik was er een beetje over gaan lezen en toen vroeg ik mijn moeder wat zij er van vond. Dacht zij dat ik autisme zou kunnen hebben? Toen zij mijn moeder dat dat best wel eens zou kunnen.
[Voice over Tamar]: Autisme dus, dat was er aan de hand. Alles wees erop, Anne herkende zich immers in die vriend van de middelbare school en in veel van wat ze las over autisme. Maar gek genoeg herkende ze zich niet in de officiële criteria voor de diagnose.
Anne: Toen ik de diagnosecriteria las kon ik me er niet veel bij voorstellen, ik kon het niet echt koppelen aan mezelf.
[Voice over Tamar]: De diagnosecriteria voor autisme zijn voor een groot deel gebaseerd op de manier waarop autisme er aan de buitenkant uitziet. Oftewel: het gedrag dat iemand aan de buitenkant laat zien. In de laatste versie van de DSM, het handboek van psychiaters en psychologen waar alle psychische diagnoses in vermeld staan, staat bijvoorbeeld dat je om autistisch te zijn onder andere het volgende gedrag moet laten zien. “Beperkte, zich herhalende gedragspatronen; beperkte interesses en activiteiten, zoals blijkt uit stereotype of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak; hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, star gehecht aan geritualiseerde routines of gedragspatronen; zeer beperkte of gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn; over- of onderreageren op zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor zintuiglijke aspecten van de omgeving.” Dit klinkt allemaal best wel negatief, je zou in plaats daarvan ook kunnen denken dat iemand gewoon anders reageert. Deze criteria gaan daarnaast niet in op hoe autisme voelt wanneer je hebt, zeker 10 jaar geleden niet toen Anne haar diagnose kreeg.
Anne: Ik heb mijn diagnose nu bijna meer dan 10 jaar. Toen stond er nog niks in de diagnosecriteria over overprikkeling, maar onder mensen met autisme zelf werd daar al wel veel over gepraat. Daar herkende ik me heel erg in. Toen ik op internet ging zoeken kwam ik op fora terecht en las ik ervaringsverhalen. Dat was alsof ik over mezelf las. Ik denk dat er 10 jaar geleden best wel geluk mee heb gehad dat bij mij als vrouw mijn autisme is opgemerkt.
Interview met Anne van de Beek: Migraine
[Voice over Tamar]: Anne vindt dat ze geluk heeft dat ze 10 jaar geleden al geloofd werd en dat haar voornaamste symptoom, overprikkeling, serieus werd genomen. Maar naast autisme speelt er nog iets anders bij Anne. Iets wat net als autisme haar leven bepaalt en waarvan ze redelijk snel doorhad wat het moest zijn. Toch is dit diagnose verhaal nog een stuk gecompliceerder.
Anne: Volgens mij heb ik altijd het idee gehad dat het migraine was, omdat het meer dan hoofdpijn was. Ik moest bijvoorbeeld overgeven en in bed liggen in een donkere kamer.
[Voice over Tamar]: Anne kampt vanaf haar pubertijd met migraine. Voor wie niet weet wat migraine is: het is verschrikkelijk. Wat ik er op Thuisarts en de website van de Hersenstichting over vond is het volgende. Migraine is een aandoening waarbij je last hebt van ernstige hoofdpijnaanvallen die een halve dag tot drie dagen kunnen duren. De pijn is bonzend en zit vaak aan één kant van het hoofd. Het kenmerkende van migraine is dat je meestal niet alleen last hebt van hoofdpijn, maar ook van andere symptomen. Zo kun je vóór een aanval bijvoorbeeld last hebben van stemmingsveranderingen, overgevoeligheid voor prikkels of een vals hongergevoel. Sommige mensen krijgen ook zogenaamde auraverschijnselen: ze zien lichtflitsen, vlekken of sterretjes, hebben gezichtsvelduitval (wanneer je een deel van je gezichtsveld niet kunt zien) of voelen tintelingen in hun armen, benen of gezicht. Daarna slaat de hoofdpijn toe, die vaak gepaard gaat met misselijkheid en soms ook overgeven. Na een aanval kun je je nog behoorlijk lang naar en vreemd voelen. Zelf heb ik gelukkig maar een paar keer per jaar migraine, maar Anne heeft een chronische vorm die haar leven behoorlijk beperkt.
Anne: In het begin had ik één keer per week een migraine aanval. De pijnfase kon dan meerdere dagen aanhouden. Ondanks de knallende pijn probeerde ik wel dingen te doen. Vaak begon de hoofdpijn op school en als we dan thuis aan tafel zaten kon ik mijn bord eten niet weg krijgen. Meestal begon dan het overgeven en als ik geluk had was het de volgende ochtend over. Door de jaren heen is het erger geworden, tegen de tijd dat ik de diagnose migraine kreeg zat ik op twee à drie aanvallen per week. Dat is op dit moment nog steeds zo. Het verschil is dat ik nu goede medicijnen heb. Die twee à drie keer per week is trouwens een gemiddelde. Als ik bijvoorbeeld vijf aanvallen per week heb mag ik niet alle keren die medicatie innemen vanwege de kans op medicatie-afhankelijke hoofdpijn, wat juist meer aanvallen opwekt. Dat is hetgeen wat mijn functioneren zo beïnvloedt.
Interview met Anne van de Beek: Psychosomatisch?
Anne: De eerste diagnose die ik kreeg van de neuroloog was migraine, maar eigenlijk heb ik pas sinds een maand die diagnose als het ware terug. De afgelopen vijf jaar heb ik een psychosomatische diagnose gehad: pijnstoornis niet anderszins omschreven (NAO), met een onduidelijke toevoeging over een fysieke oorzaak.
Tamar: Huh? Hoe kreeg je die diagnose dan?
Anne: Op een gegeven moment wist de gewone neuroloog het niet meer en moest ik naar een hoofdpijn neuroloog. Die maakte er een ingewikkeld verhaal van. Hij zei dat ik wel meerdere soorten hoofdpijn moest hebben, omdat je niet zo vaak migraine kunt hebben volgens hem. Ik heb eerst drie maanden moeten afkicken van alle medicijnen, pas daarna zou er gekeken worden wat ik wel kon gebruiken. Dat heb ik gedaan, vervolgens heb ik nog wat andere medicijnen geprobeerd en toen zei de hoofdpijn neuroloog: “Dit is het, ik kan niks meer voor je doen. Je moet het zien als dat je een handicap hebt en die gaat voor de rest van je leven niet meer weg.” Ook moest ik van hem naar een revalidatiecentrum, maar daar wilden ze me niet hebben omdat ze het te ingewikkeld vonden in combinatie met autisme erbij. Mijn laatste optie was toen nog een afdeling voor psychosomatiek bij Altrecht Psychosomatiek Eikenboom in Zeist, waar ze me overigens heel goed hebben geholpen. Ik heb daar niet het gevoel gekregen dat het in mijn hoofd zou zitten of psychisch zou zijn. Maar ja, alleen al het feit dat je bij die afdeling in behandeling bent betekent dat er een psychosomatische diagnose aan gehangen wordt.
Tamar: Een vriendin van een vriendin van mij loopt nu ook bij zo’n SOLK en zij is daar ook positief over. Ik blijf het zelf toch een beetje eng vinden.
[Voice-over Tamar]: Voor wie zich nu afvraagt waar ik het in ’s hemelsnaam over heb: de afkorting SOLK staat voor somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten. Op zich is dat een neutrale omschrijving voor klachten waar geen lichamelijke verklaring voor is gevonden. Het probleem dat ik en veel andere met dit concept hebben is dat er wat al te snel van uit wordt gegaan dat als de medische wetenschap ergens nog geen verklaring voor heeft het “dus” wel psychisch zal zijn. Het begrip SOLK houdt dit strikt gezien open, alleen in de praktijk heb ik het idee dat SOLK te vaak gelijk gesteld wordt aan psychosomatische klachten. Ik kan het natuurlijk mis hebben en dit is een te groot onderwerp om hier even snel te behandelen, ik hoop hier nog een keer op terug te komen.
Anne: Ik heb daar echt wel goede ervaringen gehad. Tenminste, nadat ik het diagnostisch traject had gehad. Ik heb een diagnostisch traject gehad dat langer was dan de behandeling. Dat traject was niet prettig. Op een gegeven moment moest ik mijn grens aangeven dat ik de hele dag niet trok. Ik moest toen de laatste sessie afzeggen, waarop ik te horen kreeg dat dat mijn eigen verantwoordelijkheid was en dat het niet mee zou worden genomen in mijn diagnose. Toen moest ik voor mezelf de afweging maken of ik inderdaad wilde dat het niet meegenomen zou worden of dat ik me zo slecht voelde dat ik naar huis moest gaan. Ik ben toen naar huis gegaan.
Tamar: Dus eigenlijk werd er op die afdeling ook al geen rekening met je grenzen gehouden?
Anne: Nee, in het diagnostisch traject niet echt. Ik heb vaker van revalidatietrajecten gehoord waarbij je niet mag afzeggen. Dat vind ik maf, want je bent daar toch om te voelen wat er gaande is in je lichaam en om dan ook je grenzen aan te geven?
Tamar: Ik vind dat ook gek. Ik heb zelf een kennismakingsgesprek gehad bij een revalidatiecentrum en dat was een vervelende ervaring. Ik wilde daar eigenlijk naartoe in de hoop dat ik daar wat meer steun en begeleiding zou kunnen krijgen bij het leren omgaan met mijn aandoening. Het voelde echter meer als een soort sollicitatiegesprek met vragen of ik wel gemotiveerd genoeg was om beter te worden. Pas in de laatste minuut kon ik zelf nog even snel iets vragen. Ik zou er twee keer in de week naartoe moeten, ook op slechte dagen. Als ik nou goed vervoer er naartoe gehad zou hebben en daar niks had hoeven doen dan zou het wel kunnen, maar dat is natuurlijk niet het idee.
Anne: Ik vraag me ook wel af hoe ze dat voor zich zien als ik daar met migraine kom. Ik kan me niet indenken hoe ik dat zou moeten doen.
Tamar: Het is inderdaad een vreemd idee. Waar zou dat vandaan komen dat ze er zo in geloven dat je elke dag moet komen?
Anne: Ik snap de redenering wel. Ze gaan er van uit dat je door elke dag hetzelfde te doen een soort structuur of regelmaat ontstaat en dat dat helpt om een basisniveau van wat je kan te creëren. Maar ja, ik weet niet of het in de praktijk ook zo werkt.
Tamar: Ik vraag het me af. Ik vind het ook een beetje klinken als wishful thinking.
Anne: Ik denk dat het misschien voor sommige aandoeningen zou kunnen helpen, maar bij een aantal aandoeningen kan het juist erger worden als je zo over je grenzen heen gaat.
Tamar: Je zei dat het diagnostische traject naar was, maar werd het daarna wel beter? Gingen ze er toen anders mee om?
Anne: In eerste instantie zeiden ze dat behandeling daar moeilijk ging worden, omdat ze alleen met groepen werkten. Ze vonden niet dat ze me in een groep moesten plaatsen omdat dat veel te veel zou gaan kosten. Ze hebben daarom uiteindelijk een kort individueel traject voor mij in het leven geroepen. Dat was heel fijn en daar heb ik ook echt goede ervaringen mee. Ik heb daar toen ook een paar afspraken psychomotorische therapie (PMT) gehad. Dat bevoel goed, zeker toen er rekening werd gehouden met mijn autisme. Het autisme team heeft dit traject overgenomen, waardoor ik langer PMT heb kunnen krijgen.
Tamar: Wat houdt PMT in, wat voor dingen doe je?
Anne: Meestal is PMT heel erg doen, dus oefeningen. Het was ook wel veel praten. Ik vind het bijvoorbeeld lastig om mijn lichaam te voelen en te weten waar dan de grens ligt. Soms moet je juist wel even ergens overheen, maar een andere keer moet je binnen de grens blijven. Die balans is telkens anders en dat is ingewikkeld, dus daar praatten we veel over. Dat is ook precies waar het autisme en de migraine elkaar in de weg zitten.
Tamar: Wat is daar lastig aan voor jou? Heeft dat te maken met het moeilijk kunnen voelen van je grenzen door je autisme?
Anne: Ja, dat ook. Ik ben ook gevoelig voor de verwachtingen van andere mensen en de maatschappij. Dat heeft trouwens niet perse met mijn autisme te maken. Als het aan mij zou liggen ziet elke dag er hetzelfde uit en zou ik drie weken van te voren alles volplannen, zodat er een structuur is en alles duidelijk is. De migraine maakt dat dat niet kan, want er kan ieder moment een aanval komen. Ik zie mijn migraine als een interne verandering die elk moment op kan komen zetten en waar ik dan op moet anticiperen, wat lastig is.
Tamar: Dat revalidatiecentrum had waarschijnlijk ook niet helemaal goed door dat jij dat wel wilde, maar dat dat écht niet ging. Ik vind dat ook lastig aan ziek zijn, dat je zo weinig controle hebt over je lichaam en over wat je kan. Het schopt alles in de war. En als je dan ook eens drie keer in de week migraine hebt… Heb je er tussen de migraine aanvallen ook last van, eigenlijk?
Anne: Ik heb wel periodes dat ik geen hoofdpijn heb, zoals nu bijvoorbeeld. Migraine heeft wel een voor- en nafase en ik heb wel het idee dat ik daar bijna altijd in zit omdat ik het zo vaak heb. Ik heb vooral veel last van vermoeidheid tussendoor. Ook kan het soms best lang duren voor een aanval echt doorbreekt, dus dan zit ik er een halve dag op te wachten. In die voorfase kan ik ook niet veel, dat is wel irritant.
Tamar: Hoe voelt die voorfase dan?
Anne: Ik krijg dan pijn in mijn nek en ik voel me moe. Ik kan niet zo veel. De hoofdpijn begint dan langzamerhand op te komen, maar dan is het nog niet zo erg dat ik medicijnen kan innemen. Ik zit dan echt te wachten.
Interview met Anne van de Beek: Person first of identity first?
Tamar: Is het mogelijk om de vraag te beantwoorden welke van de twee jouw leven het meeste beïnvloedt, de migraine of het autisme?
Anne: Op dit moment denk ik de migraine, maar dat is wel iets wat wisselt. Er zijn ook periodes geweest dat ik meer last had van mijn autisme. Nu is dat wel de migraine. Als ik bijvoorbeeld naar mijn werk kijk, komt het voornamelijk door de migraine dat ik zo weinig uren kan maken.
Tamar: Ik merk bij mezelf is dat ik eigenlijk de neiging heb om bij jou meer te focussen op het autisme, maar toen ik er over nadacht besefte ik me dat die migraine waarschijnlijk lastiger is.
Anne: Die migraine is een soort aspect, terwijl het autisme doordringt in alles wat ik doe. Dat kan ook positief zijn, dat hoeft geen negatieve invloed te zijn. De migraine daarentegen is vrijwel altijd negatief. Als ik terugkijk heeft het de migraine me ook wel iets opgeleverd, als ik bijvoorbeeld kijk naar het feit dat ik meer mildheid voor mezelf en anderen heb. Je weet pas goed hoe anderen die chronisch ziek zijn zich voelen als je het zelf ook hebt. Alsnog zou ik de migraine liever niet gehad hebben. Mijn autisme vind ik moeilijk weg te denken, omdat ik gewoon zo ben. Op dit moment ben ik daar wel tevreden mee, maar er zijn ook momenten geweest dat ik het heb vervloekt. Ik heb vaak gedacht “ik wil niet autistisch zijn”, maar je weet dat dat niet kan.
Tamar: Op Twitter kom ik veel de vraag tegen of autisme, net zoals bijvoorbeeld ADHD, een ziekte, stoornis, beperking of gewoon een aspect van je zijn is.
[Voice-over Tamar]: Er zijn verschillende manieren om over autisme te praten. Je kunt het hebben over mensen met autisme of je kunt het hebben over autistische mensen. Je kunt het ook hebben over autisten, maar ik denk dat de meeste mensen wel doorhebben dat dat niet prettig is. Person first betekent dat je het hebt over mensen met autisme, identity first betekent dat je het hebt over autistische mensen waarbij dus de identiteit voorop staat.
Tamar: Hoe sta jij daarin? Kun je iets vertellen over die discussies?
Anne: Ik merk dat de vraag wat autisme precies is door de tijd heen ook bij mezelf verandert. De ene keer zie ik het als een beperking, de andere keer zie ik het gewoon als een manier van zijn. Ik zie het ook wel eens al positief, bijvoorbeeld als ik bezig ben met mijn interesses. Ik vind dat iedereen lekker zelf moet weten hoe ze het noemen. Op het moment dat professionals erover gaan praten wordt het natuurlijk lastiger, want dan word je in een hokje geduwd. Wat betreft de taal vind ik ook dat iedereen dat zelf moet weten. Ik heb het idee dat dat een beetje verschuift. De discussies zijn vaak best fel, mensen denken dat ze de waarheid in pacht hebben. Ik denk dan: als je het zelf hebt, moet je toch zelf kunnen weten hoe je het noemt? Ik stoor me er niet aan als iemand het een beperking noemt terwijl ik dat op dat moment niet vind, want er zijn ook periodes dat ik dat wel vind. Dat is gewoon hoe die persoon het ervaart.
Tamar: Als jij over jezelf spreekt, zeg jij dan dat je autisme hebt of dat je autistisch bent?
Anne: Dat wisselt. Ik merkte dat ik in het begin een aantal keer mensen met autisme zei. Als ik schrijf probeer ik vaker autistische mensen te schrijven omdat ik daar laatst een tweet over las. Je kunt natuurlijk schrijven over autisten, dat is het ene uiterste. Je kunt het hebben over mensen met autisme, dat is het andere uiterste. Autistische mensen is daar een beetje de combinatie van, dat vond ik wel mooi.
Tamar: Dat snap ik. Je hebt het dan wel over mensen, maar autisme is dan niet iets wat je van die mensen af zou kunnen halen.
Anne: De kritiek op de term autisten is vaak dat het ook mensen zijn. Ik vind het raar als mensen mij aanspreken op hoe ik het noem, terwijl ik autisme heb en die andere mensen niet.
Interview met Anne van de Beek: Beeldvorming over autisme
[Voice-over Tamar]: Tijdens het interview vertelde Anne ook over haar studie, Film en Televisiewetenschappen, en hoe deze studie haar heeft geleerd om kritisch te kijken naar de beeldvorming over autisme. Ik vroeg haar hoe ze bij deze studie was uitgekomen.
Anne: Op de middelbare school was ik fan van Idols en ik had gelezen dat een van de deelnemers die studie deed. Ik was toen op zoek naar iets anders, want ik wilde eigenlijk Geneeskunde studeren. Ik was alleen zo slecht in wiskunde dat dat niet ging. Toen ik dat las dacht ik: “Wow, ik kan gewoon iets studeren wat ik leuk vind!” Geneeskunde leek me ook wel leuk, maar op een andere manier. Ik had interesse in gezondheid en keek veel ziekenhuisprogramma’s. Toen dat ‘m niet werd wist ik niet goed wat ik wilde doen en keek ik veel film en televisie. En toen bleek dat ik dat ook kun studeren!
Tamar: Ik denk dat je dan ook veel analyse van tv-programma’s doet. Wat voor programma’s analyseerde jij dan bijvoorbeeld?
Anne: Ik deed toen vooral films, in het begin van mijn studie veel art house films. Later, toen ik mijn autisme diagnose had, ben ik ook films gaan bestuderen waar een personage in zit die autisme heeft. Ik schrijf daar ook over in mijn blog en ik ben nog steeds bezig met die beeldvorming.
Tamar: Wat vind jij een voorbeeld van goede beeldvorming over autisme?
Anne: Ik heb in 2010 mijn scriptie over dit onderwerp geschreven. Ik wilde mijn scriptie eerst objectief houden, maar toen kreeg ik een nieuwe scriptiebegeleider die vond dat mijn mening er ook in moest. Ik moest beoordelen of het goede of slechte beeldvorming was. Mijn conclusie was dat in die tijd de film Mozart and the Whale (2005) een voorbeeld was van goede beeldvorming over autisme. De film gaat over een man en een vrouw met autisme die een relatie met elkaar krijgen. Er zitten in de film bijvoorbeeld meerdere mensen met autisme, waardoor je meerdere voorbeelden in één film krijgt en ziet dat het een spectrum is. Ook het feit dat die twee mensen een relatie met elkaar kregen was positief, liefde is een thema wat je niet vaak ziet in de beeldvorming over autisme.
Tamar: Ik lees veel in jouw blogs dat er zo veel verschil is. Hoe zou jij jezelf op het spectrum plaatsen? Wat zijn bij jou duidelijke kenmerken waarin autisme zich bij jou uit?
Anne: [Zucht en lacht]. Dat vind ik de meest lastige vraag, alsof je een soort samenvatting van jezelf moet geven. Het is zo verweven met wie ik ben dat het lastig is om dat uit elkaar te halen. Het is voor mij zo normaal dat ik niet zo goed weet hoe ik moet uitleggen aan andere mensen. Als ik niet goed in mijn vel zit heb ik veel duidelijkheid nodig en kan ik slecht tegen veranderingen. Ik heb ook last van prikkels, voornamelijk geluid. In sociaal contact heb ik veel bijgeleerd, maar afstemmen op de ander blijft lastig.
Tamar: Ik heb een keer een naar een mooie podcast geluisterd over een vrouw met autisme. Uit het verhaal werd duidelijk dat als je een diagnose krijgt, je er dan niet zozeer achter komt dat er iets met jou aan de hand is maar dat andere mensen dat niet hebben.
Anne: Ik had dat juist andersom. Ik had vaak het gevoel dat ik anders was dan andere mensen. De diagnose betekende voor mij dat er meer mensen zoals ik waren. Dat is net weer een beetje anders. Je denkt natuurlijk vanuit jezelf en dat gaat vrij automatisch, dan is het lastig om een onderscheid te maken met andere mensen. Je kunt niet in het hoofd van andere mensen kijken.
Tamar: Volgens mij hebben andere mensen dat helemaal niet door. Ze denken automatisch dat iedereen van binnen hetzelfde is als zij zelf.
Interview met Anne van de Beek: Dokterservaringen en misverstanden
Tamar: Ik ben benieuwd naar je dokter verhalen. In eerste instantie heb je de diagnose migraine gekregen, toen ineens de diagnose psychosomatisch en sinds kort weer migraine. Kun je over dat laatste vertellen? Hoe is het toch weer terug gekomen bij migraine?
Anne: Ik zei tegen mijn huisarts dat ik over een tijdje wel weer naar een neuroloog zou willen omdat ik wist dat er een nieuw medicijn aan kwam. Op het moment dat er nieuwe inzichten zouden zijn wilde ik wel opnieuw naar een neuroloog. Tegelijk wilde ik iets aan mijn medicatie veranderen. Mijn huisarts zei dat ze daar haar vingers niet aan wilde branden. Na enige onderhandeling stuurde ze me door naar de neuroloog, maar ik had wel de voorwaarde dat ik naar Leiden wilde omdat daar het meest gespecialiseerde centrum zit. Ik ging naar Leiden met het idee dat ze daar niet echt iets voor me zouden kunnen doen. Toen ik daar mijn verhaal deed bleken ze inderdaad niet direct iets te kunnen doen, maar ze zeiden wel direct dat het migraine was. Dat wist ik zelf natuurlijk al lang, ik heb het ook altijd zo genoemd. Je kunt natuurlijk een hoop bedenken: dat het door autisme komt, dat het komt door de eisen die je aan jezelf stelt, et cetera. Dat kan best een trigger zijn, maar dat verandert er niks aan dat ik migraine heb.
Tamar: Ik denk dat er bij de meeste chronische ziektes triggers zijn die het erger kunnen maken.
Anne: Stress is nooit goed, maar dat betekent niet dat je ziek bent geworden door de stress. Dat zijn echt twee verschillende dingen.
Tamar: Ik ben zelf altijd zo zenuwachtig als ik naar een arts moet. Hoe vind jij dat?
Anne: Dat verschilt, ik merk wel dat ik er beter in word. Ik raak getraind in de communicatie met artsen. Ik merk dat het helpt als je zelf helder weet wat je wil. Je kunt dan alsnog een koppige arts tegenover je krijgen, maar ik merk wel dat het in de loop der jaren soepeler begint te gaan.
Tamar: Wat voor tips zou je andere mensen geven? Wat zijn dingen die je hebt geleerd?
Anne: Altijd iemand meenemen! Enerzijds kan die persoon je verhaal ondersteunen, bijvoorbeeld door te bevestigen wat je vertelt. Dat is nodig op het moment dat er onbegrip is. Mijn vorige huisarts heeft bijvoorbeeld een keer gezegd dat ik artsen manipuleer om mij medicatie te geven. Toen zat er een begeleidster naast mij die zei: “Ik ken Anne al meer dan vijf jaar en dat kan ik me echt niet voorstellen.” Zo’n persoon kan helpen wanneer een arts een bepaald beeld van je heeft wat niet klopt. Je kunt dat natuurlijk zelf zeggen, maar soms wordt je dan toch gezien als ‘de gekke patiënt’ die in de war is. Het helpt als er iemand naast je zit die je goed kent en het voor je kan opnemen. Anderzijds is het fijn als je iemand meeneemt die mee kan luisteren. Ik kom namelijk wel eens thuis met een verhaal wat mijn begeleiding echt niet kan geloven. Sindsdien ben ik dus begeleiding mee gaan nemen zodat die het met eigen oren konden horen. Als iemand iets negatiefs zegt is dat vaak wat je onthoudt van een gesprek, terwijl de kern van het gesprek iets anders kan zijn. Het is dus fijn als er iemand meeluistert die achteraf kan zeggen dat het niet zo erg was, of juist kan bevestigen dat het wel zo erg was.
Tamar: Kun je een voorbeeld geven van iets ergs wat er tegen je is gezegd?
Anne: Het gesprek met mijn vorige huisarts waarin ze zei dat ik manipuleerde heeft veel indruk gemaakt. Ze zei toen ook dat ik te jong was om triptanen te slikken, een bepaalde vorm van migraine medicatie. Bovendien zou het een te zware soort medicatie zijn voor mijn soort hoofdpijn. Ik merk juist dat die medicijnen mijn kwaliteit van leven verbeteren. Toen ik dat tegen haar zei stelde ze dat ik door dat te zeggen artsen manipuleerde om mij medicatie te geven.
Tamar: Ik probeer te begrijpen waarom iemand dat zou zeggen. Als je een bepaald soort medicatie nodig hebt en je legt uit waarom je hebt nodig hebt, waarom zou dat manipulatie zijn?
Anne: Ik snap het ook niet. Het enige wat ik kan bedenken is dat triptanen medicatie-afhankelijke hoofdpijn kunnen veroorzaken, maar ik gebruikte er op dat moment maar vier per maand. Dat is dus ver onder de grens. Ik weet dat die medicatie dat kan veroorzaken, dus ik probeer daar ver onder te blijven. Nu ik in Leiden ben geweest mag ik er ineens acht tot tien per maand in plaats van vier. Van mijn vorige neuroloog mocht ik per week een triptaan en twee diclofenac[2], sinds ik in Leiden ben geweest is de diclofenac er helemaal af en gebruik ik alleen nog maar triptanen. Het voordeel van de triptanen is dat ze altijd werken, maar ik mag ze wel wat minder dagen per maand nemen. Dat betekent dat ik een aantal aanvallen per maand zonder medicatie moet doorstaan.
Tamar: Hoe voelt het als je triptanen neemt? Voel je direct opluchting?
Anne: Dat ligt eraan in welke vorm ik het inneem. Ik heb op dit moment tabletten en injecties, die zet ik zelf. Bij de injecties voel ik na twee minuten dat het opstijgt naar mijn hoofd. Dat is best een heftig gevoel, dus die gebruik ik alleen in noodgevallen. Met de tabletten gaat het wat langzamer, maar dan voel ik op een gegeven moment alsof er een deken over me heen wordt gelegd. Dan gaat de pijn langzaam weg en voel ik me moe, want een van de bijwerkingen is dat je er loom van wordt.
Tamar: Oh ja, we hadden het eigenlijk over de tips… Hoe ga ik dit doen met monteren? [lacht] Dus: iemand meenemen en zorgen dat die persoon je bevestigt. Dat is echt een super goede tip, dat kun je ook als instructie geven. Maakt het nog uit wie je meeneemt?
Anne: Ik neem vaak mijn begeleiding mee, maar ik denk dat het in principe niet zo veel uitmaakt. Het is gewoon fijn om iemand bij je te hebben. Ik denk dat het wel iemand moet zijn die je goed kent.
Tamar: Hoe bereid je je voor op zo’n gesprek met een arts?
Anne: Meestal haal ik een medicatielijst bij de apotheek en schrijf ik op welke behandelingen ik al heb gehad en welke vragen ik heb. Dat is meestal mijn voorbereiding: wat dingen opschrijven en vooraf bespreken met degene die ik meeneem. Soms geef ik mijn aantekeningen aan de arts, maar meestal is het meer een geheugensteuntje voor mezelf.
Tamar: Beïnvloedt jouw autisme ook hoe het voor jou is om zo’n gesprek met een arts te hebben?
Anne: Wederkerige gesprekken zijn lastig voor mij. Als zo’n arts bijvoorbeeld iets zegt waar ik me niet in herken, vind ik dat lastig te counteren omdat ik niet weet wat die ander moet horen om zijn mening aan te passen. Artsen zijn extra lastig in dat opzicht, omdat ze zo… Koppig zijn? Ik heb heel lang gedacht dat dat aan mij lag, dat ik niet goed kon uitleggen hoe dat bij mij zat. Maar ik ken een aantal mensen die mondig zijn en goede sociale vaardigheden hebben en alsnog tegen dezelfde problemen aanlopen.
Tamar: Heb je bij zo’n gesprek altijd het gevoel dat je je moet verdedigen tegen de verdenking dat het psychisch is?
Anne: Niet altijd, maar ik heb dat wel vaak gehad. Zeker omdat dat autisme erbij komt zijn er vaak vooroordelen. De vorige neuroloog die ik had zei bijvoorbeeld: “We hebben nu deze medicatie geprobeerd en die werkt niet. Ik verwijs je weer terug naar het autisme team en die moeten je antidepressiva en antipsychotica maar verhogen.” Gelukkig zei mijn arts bij het autisme team toen dat ze dat niet gingen doen. Daar ben ik ook blij mee, want nu ben ik met allebei gestopt. Als mijn dosering omhoog was gegaan was dat veel lastiger geweest, met name het afkicken van antidepressiva is zwaar.
Tamar: Is dat iets waar je altijd mee bezig bent als je zo’n gesprek hebt? Dat je het gevoel hebt dat je dingen strategisch moet zeggen om te zorgen dat ze me geloven?
Anne: Daar ben ik wel vaak mee bezig, ja. Ik heb bijvoorbeeld bij mijn vorige huisarts de fout gemaakt om te zeggen dat ik ’s nachts soms wakker van werd, toen ze zei dat mijn hoofdpijn niet zo erg was. Ik vertelde dat ik dan hyperventileer van de pijn. Ik moet op zo’n moment medicatie innemen omdat ik het anders niet volhoud. Toen heeft zij daaruit geconcludeerd dat ik in paniek raak van pijn. Ergens is dat zo, maar niet om de reden die zij denkt.
Tamar: Wat voor vooroordelen hebben mensen eigenlijk over autisme, zoals die artsen?
Anne: Ik denk dat er vaak wordt gedacht dat je niet zelfbewust bent. Dat kan uiteraard, maar ik ben er heel bewust mee bezig geweest om mezelf te leren kennen en te weten wat wel en niet bij mezelf past. Dat deed ik bijvoorbeeld door samen met de begeleiding kaarten te bespreken waar eigenschappen op stonden. We praatten er dan over welke bij mij horen. Dat heb ik dus van buitenaf aan moeten leren. Ik heb wel vaak het idee dat artsen niet helemaal geloven wat ik zelf zeg, alsof ze me met een korreltje zout nemen.
Tamar: Wat zijn de grootste misverstanden die er bestaan over autisme en migraine? Is dat bij migraine bijvoorbeeld het idee dat het niet chronisch zou kunnen zijn? Ik hoorde dat chronische migraine pas sinds kort wordt erkend.
Anne: Ik denk dat chronische migraine zeker bestaat. Mijn vorige neuroloog dacht inderdaad ook dat dat niet kon. Volgens mij wordt dat nu wel erkend.
[Voice-over Tamar]: Helaas kon ik hier niks over vinden. Weet jij misschien sinds wanneer chronische migraine erkend wordt en of het krijgen van een diagnose langer duurt dan bij gewone migraine? Laat het dan even weten.
Anne: Tegen mij werd gezegd dat als ik zo vaak hoofdpijn had ik wel verschillende soorten hoofdpijn moest hebben. Ik moest dus uitvinden wat spanningshoofdpijn is en wat migraine was, zodat ik een gewone pijnstiller in kon nemen of juist een triptaan. Ik kan gewoon echt geen onderscheid maken, het is bij mij allemaal hetzelfde. Het begint hetzelfde, het loopt allemaal hetzelfde af… Ik ben daar heel lang mee bezig geweest. Pas sinds een maand kan ik dus opgelucht ademhalen dat dat niet meer hoeft. Je gaat je eigen ervaring wantrouwen.
Anne: Het grootste misverstand waar ik met betrekking tot autisme tegenaan loop is dat als je het niet ziet, het er ook niet is. Dat is natuurlijk heel begrijpelijk, maar dat betekent niet dat ik er geen last van heb. Bij migraine is het grootste misverstand is dat het wordt gezien als hoofdpijn. Iedereen heeft wel eens hoofdpijn, het is daarmee heel lastig te vergelijken. Ik heb bijvoorbeeld mijn uitkering voornamelijk gekregen op basis van autisme, terwijl mijn migraine me dus meer in de weg zit. Volgens mij is het heel moeilijk om als je alleen migraine hebt een uitkering te krijgen.
Tamar: Dat is inderdaad best gek. Als je bijvoorbeeld zoals jij drie keer per week meer dan 24 uur uitgeschakeld bent, hoe doe je dat dan?
Anne: Dat kan niet, een werkgever zou mij niet eens willen hebben. Je werkt medicatieafhankelijkheid daarmee extra in de hand, want je kunt niet meer zonder die medicatie als je je geld moet verdienen. Ik kan zeggen dat ik er twee dagen tussenuit ben. Dat is absoluut niet fijn en dat wil ik liever ook niet, maar het kán wel op de manier waarop mijn leven is ingericht.
Interview met Anne van de Beek: Afsluiting
[Voice-over Tamar]: Ergens in dit superinteressante gesprek moest ik toch stoppen, want ik probeer afleveringen niet langer dan een uur te laten duren. Dit is dan ook het einde van aflevering 4, maar binnenkort zal ook de bonusaflevering verschijnen. Hierin praat ik met Anne door over onder andere werk, social media, het onzichtbaar zijn als autistische vrouw en het onzichtbaar zijn als lesbische vrouw.
Dit interview met Anne nam ik bijna een jaar geleden op. Ondertussen heeft Anne goed nieuws ontvangen: ze mag waarschijnlijk binnenkort het nieuwe migraine medicijn gaan proberen. Dat is nog niet helemaal zeker, dus ze wacht in spanning af. Kun jij ook niet wachten op het laatste nieuws hierover? Volg Anne dan vooral op Twitter via @AtypistAnne en neem ook eens een kijkje op haar website. Op deze website vind je ook Annes toffe Steuntje in de rug-kaarten. Vaak kun je in winkels alleen kaarten vinden met beterschap erop, maar zoals wij maar al te goed weten wordt niet iedereen beter. Daarom maakt Anne wenskaarten met sterkte erop. Ze fotografeert ze zelf en ze zijn te koop via haar website. Ik vind ze zelf ontzettend mooi en heb ze al een aantal keer gebruikt. Aanrader dus!
Tot slot nog even dit: valt het jullie ook op dat ik in deze aflevering heel vaak het woord gek gebruikte? Waarschijnlijk niet. Bijna iedereen die ik ken gebruikt het woord regelmatig, maar als je er over nadenkt is het eigenlijk best wel vreemd (niet ‘gek’ dus). Waarom? Daarover ga ik jullie alles vertellen in een blogje op onze social media kanalen. Volg ons dus vooral op Twitter, Facebook en Instagram en dan zie je de blog vanzelf voorbij komen.
Voor nu heel erg bedankt voor het luisteren en tot de volgende keer!
Outro
Dank aan Anne voor dit interview en credits voor @appleshampooart voor het logo. De redactie assistent is Eline Pollaert: je weet wel, die toffe vrouw die de vorige aflevering mijn sidekick was. Eline maakte ook nog de transcriptie van deze aflevering.
Daarover gesproken: we hebben nog steeds nieuwe leden nodig voor ons typteam. Omdat het uittypen van afleveringen voor ons best een lastig klusje is, wil ik er graag geld voor gaan betalen. Wil je dus helpen om deze podcast toegankelijk te houden voor doven en slechthorenden? Meld je dan aan voor het typteam of doneer via onze Patreon.
Heb je zoals veel chronisch zieke en gehandicapte mensen niet veel geld te besteden? Er zijn ook andere manieren om de podcast te helpen. Een review achterlaten op iTunes helpt bijvoorbeeld enorm. Het is een fluitje van een cent, maar je moet het wel even doen. Ik heb laatst zelf even gepracticed wat ik preach en bij alle Nederlandse podcasts die ik luister een review achtergelaten. Dat was eigenlijk zo gebeurd – zeker even doen dus!
Volgens ons ook op Twitter en op Facebook. Deel vooral onze berichten met je eigen vrienden, want misschien hebben zij nog even een zetje nodig om deze podcast te gaan luisteren. Wil je meer over ons weten, check dan ook de website eens.
[1] De Mirena spiraal is een kunststof ankertje dat in de baarmoeder wordt geplaatst en daar hormonen afgeeft. Het beschermt voor vijf jaar tegen zwangerschap. Daarnaast wordt het vaak voorgeschreven als mensen abnormaal bloedverlies, overgangsklachten of andere menstruatieklachten hebben.
[2] Diclofenac stilt pijn, remt ontstekingen en verlaagt koorts.